Voorburgs Dagblad | Berlage in Den Haag: Gemeentemuseum

2022-03-18 05:41:33 By : Mr. Mr Wong

Vanaf het begin van de 20e eeuw werd in het Haagse stadhuis gesproken over de bouw van een nieuw museum in Den Haag. Deze plannen kregen wat meer gestalte toen in 1919 een concrete plaats werd aangewezen aan de rand van het destijds nieuwe Statenkwartier. Tussen de Stadhouderslaan en landgoed Zorgvliet lag een trapeziumvormige kavel waar tot dusver geen bestemming voor was bepaald. Vanwege de centrale ligging aan het nieuwe knooppunt Statenplein werd dit gezien als een ideale locatie voor een publieke voorziening. Aan architect Berlage werd gevraagd om op deze kavel een nieuw museumgebouw te ontwerpen.

Eerste plan In 1920 presenteerde Berlage zijn eerste plan. Een enigszins oosters aandoend bombastisch gebouw met een U-vormig plattegrond, waarbij de opening van de U gericht was op de Stadhouderslaan. Door een knik van 45 graden aan te brengen in de noordwestelijke vleugel (ter hoogte van het huidige fotomuseum) kon een statige entree worden gemaakt richting het Statenplein. In het midden van het gebouw was een centrale hal uitgedacht die bekroond werd met een grote koepel. Vanuit deze hal was een aansluitende vleugel met aula aan de oostzijde van de kavel bereikbaar. In het midden van de U had Berlage een waterpartij uitgedacht. Deze moest fungeren als spiegel voor het complex, zodat de monumentale uitstraling van het gebouw nog verder werd vergroot. Helaas voor Berlage werd dit plan te kolossaal bevonden, waarna het idee voor een museum een tijdlang in de ijskast belandde.

                                                                                     Het eerste en tweede plan op de kaart

Tweede plan Een paar jaar later, in 1927, werd in het stadhuis alsnog besloten om een museum te bouwen. Wederom werd aan Berlage gevraagd om met een voorstel te komen. Berlage accepteerde dit verzoek en tekende het huidige museumgebouw. Dit nieuwe ontwerp was een stuk terughoudender dan het vorige. Zo werd het museum wat verder naar het midden van de kavel geplaatst en was het in uitstraling veel minder pompeus. De eerder gebruikte oosterse invloeden waren verdwenen. In plaats daarvan greep Berlage nu zijn kans om verder te experimenteren met moderne zakelijke architectuur en het decoratieve gebruik van beton. Berlage hanteerde in het ontwerp voor het gemeentemuseum een maateenheid van 1,1 meter. Dit was afgestemd op het formaat van de bakstenen (22 x 11 x 5,5 cm) die hij speciaal voor het museum liet bakken. Met deze maateenheid kon Berlage veel variatie in het gebouwvolume doorvoeren zonder dat de totale compositie chaotisch werd.

In het gebouw bracht Berlage een strikte functionele scheiding aan tussen de expositieruimten en de administratieve ruimten. De expositieruimten werden allen gepositioneerd in het noordelijke gebouwdeel, in vier haaks op elkaar geplaatste vleugels rond een centrale binnentuin. De grote belangrijke expositieruimten lagen in het midden van deze vleugels, terwijl de kleinere ruimten meer richting de zijgevels werden geplaatst. Het idee van deze inrichting was dat de snelle bezoeker zo een overzichtelijk rondje door het museum kon lopen. Mocht de bezoeker meer willen weten, dan kon deze ook een afslag nemen richting de kleinere (veelal rustiger) expositieruimten.

Administratieve ruimten werden ondergebracht rond de hoofdentree in het zuidelijke bouwdeel. Hierbij kun je denken aan het kantoor, de voordrachtszalen en de ontvangstzaal. Bijzonder is de statige overdekte gang tussen de Stadhouderslaan en de hoofdentree. Twee rechthoekige vijvers aan weerszijden van deze gang versterken de monumentale uitstraling van het gebouw. Berlage hoopte hiermee ook een overgang te creëren tussen het drukke stadsleven buiten en de sereniteit in het museum. Tijdens het wandelingetje door de gang konden de bezoekers alvast een beetje tot rust komen.

                                                                     De achterkant van het museum met de pergola richting de brasserie

Naast het museumgebouw zelf zorgde Berlage ook voor het ontwerp van de brasserie en het ketelhuis met twee hoge schoorstenen. Beide geplaatst aan de achterzijde van het museum. Het ketelhuis was aanvankelijk meer geïntegreerd in het ontwerp van het museum, maar onder druk van de gemeenteraad heeft Berlage deze iets verder naar achteren moeten plaatsen. Men was namelijk niet bepaald gecharmeerd van het aanblik van de schoorstenen. De brasserie kreeg een plek achterin de tuin direct achter de hoofdentree van het museum.

Voltooiing Berlage heeft het eindresultaat nooit kunnen aanschouwen. Hij overleed in 1934, een jaar voor de opening. Zijn schoonzoon Emil Emanuel Strasser voltooide zijn werk. Iets wat Berlage al contractueel liet vastleggen voordat hij aan deze klus begon. Omdat Strasser kort na de oplevering vertrok naar Zwitserland, was het gemeentemuseum uiteindelijk het enige grote werk in Nederland dat deels aan hem werd toegeschreven.

Verbouwingen na de oplevering In 1961 werd het museum uitgebreid met een moderne tentoonstellingsruimte op de hoek van de Stadhouderslaan en Eisenhowerlaan. Deze uitbreiding werd vernoemd naar de architect Sjoerd Schamhart. Om binding te houden met het gemeentemuseum werd de nieuwe vleugel nergens hoger dan het hoofdgebouw en lag de nadruk op horizontale lijnen. Ook maakte Schamhart gebruik van Berlages maateenheid van 1,1 meter. Middels een 30 meter glazen corridor werd de Schamhartvleugel verbonden met het hoofdgebouw. Bij een grote renovatie in 1996 werd deze corridor weer verwijderd waarna het gebouw in 2002 een nieuw leven tegemoet ging als Fotomuseum.

Direct ten zuiden van het Gemeentemuseum werd in 1985 een nieuw gebouw opgericht voor het Museon. Architect Wim Quist had tijdens zijn ontwerpproces goed gekeken naar de kwaliteiten van het gebouw van Berlage, waarna hij gepoogd heeft hierop voort te borduren in zijn eigentijdse architectuur. Dit resulteerde in een gebouw dat qua massa, maatvoering en kleurgebruik vrijwel naadloos op het Gemeentemuseum aansloot. Vanaf de Stadhouderslaan gezien kwam het Gemeentemuseum meer in balans. Zowel links als rechts van de hoofdentree bevond zich sindsdien een gelijkwaardig volume.

De laatste grote verbouwing vond in 2013/2014 plaats. Tijdens deze werkzaamheden werd de tuin midden in het museum overdekt door een glazen overkapping van architectenbureau Braaksma & Roos. Acht kolommen tillen de overkapping op tot net boven de gevels, zodat de glasplaat boven het museum lijkt te zweven. Door deze verbouwing is de oppervlakte van het gebouw met ruim 700 vierkante meter toegenomen. Op 25 maart 2014 werd de zaal in gebruik genomen door de Amerikaanse president Barack Obama. Hij hield hier samen met de Nederlandse minister-president Mark Rutte een persconferentie over de Nuclear Security Summit dat in de dagen hiervoor in Den Haag was georganiseerd. Beelden van de nieuwe zaal gingen zo de hele wereld over. Een betere start is haast niet denkbaar.

Tekst en foto's Maarten Reiling (www.urbanplan.nl)

Uitgever: Digitaal Dagblad B.V. / René Dons

Online Publishers: Bart Bakker, Jan D. Swart, René Dons, Jim Friederich

Cookieverklaring Privacyverklaring Algemene voorwaarden Consent

Middenbaan 111 2991 CS Barendrecht (in gebouw Het Kruispunt)

Albrandswaards Dagblad Barendrechts Dagblad Capels Dagblad Dagblad010 Dagblad070 Gouds Dagblad Nissewaards Dagblad Ridderkerks Dagblad Rijswijks Dagblad Zoetermeers Dagblad

Iedere avond het laatste lokale nieuws gratis in je mail? Meld je hier aan.